Er kunnen allerlei gedachten door je hoofd spoken die je tegen houden om datgene te blijven doen waar je blij van wordt. Die gedachten - oftewel je innerlijke criticus - vertellen je wat je niet moet en maken dat met veel bombarie duidelijk. Maar: hoe goed ken jij je criticus eigenlijk? Ik leerde luisteren naar mijn criticus en kreeg er zo langzaam maar zeker een maatje bij.
(Geen maatje die ik bij iedere bak koffie uitnodig aan tafel trouwens. Wel een maatje die ik zo nu en dan even wil spreken, omdat ik weet dat die me waardevolle informatie kan geven.)
De eeuwige kritiek
Je innerlijke criticus is de stem in je hoofd die jou - als je je kop er even niet bij hebt - de hele dag door vertelt wat er beter kan. Je vragen stelt waar je onrustig van wordt. Misschien overdrijf ik een beetje (dat helpt altijd om een punt te verhelderen), maar wellicht herken je één van deze vragen?
- Wie denk jij dat je bent dat je dit kunt schrijven?
- Ben je nu nog niet begonnen aan dat nieuwe hoofdstuk?
- Is die blogpost al af?
- Waarom kom je niet met een beter beeld om je punt te verhelderen?
Ja, die innerlijke criticus kan er wat van. De mijne wil ook weer een vinger in de pap hebben bij dit blog. Vandaag laat ik dat even niet toe, al hoewel het niet altijd zinvol is die innerlijke criticus de deur te wijzen.
Je bent het vast met me eens dat het zonde is die criticus de hele dag door een podium te geven. Daarmee maak je namelijk geen ruimte om te zien wat er wel goed gaat. Ook al is het gek genoeg makkelijker om jezelf klein te houden dan om in je kracht te gaan staan, het is belangrijk een weg te vinden om die criticus in toom te houden. Zeker als er iets is in je leven speelt wat niet lekker loopt en je iets dwars zit is: juist dan moet je weten wat je wel en niet aan moet nemen van die stem in je hoofd.
De innerlijke zeur
Misschien is het mijn projectie naar de rest van de wereld en denk ik dat iedereen hier last van heeft, maar ik vond het altijd makkelijker om mezelf te vertellen wat ik niet goed deed dan wat ik wel goed deed. Ook kon ik kritiek van een ander beter ontvangen dan een compliment.
Alhoewel dat niet helemaal waar is.
Kritiek kon ik beter horen, maar het is niet perse zo dat ik het goed kon ontvangen. Als ik het goed kon ontvangen, dan zou ik luisteren naar de kritiek, het even op me in laten werken en vervolgens onderzoeken of er iets voor me in zit wat me verder helpt.
Maar dat is meestal niet wat er gebeurde.
Kritiek van buitenaf vond vaak een weg in mijn hoofd naar mijn innerlijke criticus en die twee gingen dan samen het gesprek aan. Ze sloten een bondje. Ze konden best waardevolle dingen zeggen, maar ik had geen zin om naar ze te luisteren. Dus deed ik net alsof ik ze niet hoorde.
Dat werkte natuurlijk niet.
Die stemmen werden zeurend en als ik ze niet de ruimte gaf, gingen ze alleen maar harder op de deur bonken. Waardoor het werk waar ik op dat moment mee bezig was eronder leidde. Doordat die stemmen de aandacht vroegen, stroomde mijn creativiteit niet vrij. Mijn brein had het veel te druk met onderdrukken.
Je maakt te veel fouten
Mijn innerlijke criticus vroeg me bijvoorbeeld vaak wie ik eigenlijk ben om zoveel te schrijven. Ik maak tenslotte zoveel fouten.
Oef, dat wilde ik nooit horen.
Schrijven is wat ik doe en ik dacht: ga weg met je kritiek, ik hoef hier niks over te horen. Omdat ik wist dat dit geluid bij mijn criticus vandaan kwam en ik liever naar mijn muze luisterde, wimpelde ik het weg. Ik tolereerde simpelweg die kritiek niet. Niet omdat ik dacht dat het niet waar was, maar ik dacht dat als ik daar naar ging luisteren, ik zou gaan geloven dat schrijven niets voor mij is.
Totdat ik die stem eens goed de ruimte heb gegeven.
En merkte dat ik eigenlijk best goed naar deze stem kon luisteren en het me niet zoveel pijn deed als ik had verwacht. Het was alsof er een liefdevol gesprek ontstond tussen mijn innerlijke criticus en mij waarin me werd verteld dat ik gewoon beter naar mijn fouten moest kijken. That's it. De hele lading van dat ik geen schrijver ben viel juist door het omarmen van die kritiek van me af.
Een schrijfoefening: verbind je met je criticus
Inmiddels heb ik in de smiezen dat mijn innerlijke criticus een functie heeft. En sinds ik me eraan heb gecommitteerd die beter te leren kennen, zijn we samen naar grotere hoogte aan het groeien.
Je criticus continue de microfoon geven en die ongestoord diens gang laten gaan, oké daarvan weten we nu wel dat niemand daar blij van wordt. De vraag is daarom of je wel eens hebt geprobeerd om vanuit liefde naar die stem te luisteren.
Wat zegt die stem eigenlijk? Luister naar je innerlijke criticus op het moment dat je daar de ruimte voor voelt. Dus niet op het moment dat je net een nieuw hoofdstuk aan het schrijven bent of aan een nieuwe blog of ander stuk tekst bent begonnen. Maar gewoon op een leeg moment. Pak een pen en een stuk papier en schrijf het stemgeluid van je criticus op.
Los van dat je daarmee deze stem beter leert kennen, zul je merken dat die stem na een tijdje zachter wordt. Zo werkt het nu eenmaal: alles wat we onderdrukken en niet willen, komt dubbel zo hard weer omhoog. Juist door die stem een platform te geven, kan die even goed van zich laten horen. En dat is uiteindelijk wat we allemaal willen toch? We willen ons gehoord voelen.
Hoe gek het ook klinkt, voor je innerlijke criticus is dat niet anders.
Eindig je dag met trots
Als je naar die stem hebt geluisterd en al diens bezwaren hebt opgeschreven, lees het dan nog eens terug. Zit er iets voor je in waar je wat mee kunt? Het kan zijn dat er in die kritische stem een kern van waarheid zit die je misschien onder ogen mag komen.
Als dat zo is, sta je voor de volgende uitdaging: met liefde naar deze kritiek kijken.
Als je dat lastig vindt, kun je voor ieder punt van kritiek tegen jezelf vertellen wat je wel goed hebt gedaan. En als je dát lastig vindt, ga dan eens op de millimeter kijken wat je die dag hebt gedaan. Heb je boodschappen gedaan? Good for you! Je kon je boodschappen betalen. Heb je een post geliked op Instagram? Topper! Je weet hoe je anderen erkenning kunt geven. Heb je de vaatwasser aangezet? Held! Je hebt dus gewoon vaatwasblokjes in huis.
Je begrijpt me wel he?
Sinds ik iedere dag eindig met het opschrijven van drie dingen waar ik die dag trots op ben, kan ik nog beter luisteren naar mijn criticus. Naast mijn bed ligt een klein schrift waar ik 's avonds drie dingen opschrijf waarvan ik vind dat ik ze die dag goed heb gedaan. Soms is dat dat ik gezond heb gegeten, soms gaat het over een klus die ik doe en vaak genoeg gaat het over hoe ik met mijn gevoelens en gedachten om ben gegaan. Die positieve noot aan het einde van de dag brengt me in een tevreden slaap. Wat ik ook allemaal niet heb gedaan, er is altijd meer dan genoeg te benoemen wat ik wel heb gedaan.
Daarmee zet ik mijn innerlijke criticus ook weer even op diens plek. Niet om daarmee te zeggen dat ik die de volgende dag niet hoef te zien.
Maar gewoon even om duidelijk te maken hoe cool ik eigenlijk ben.